Hoe zit het nu echt?
In ons verenigd Europa zijn diverse lidstaten betrokken bij de visserij op de Europese aal. Zij hebben zo als eerder aangegeven een aalherstelplan geschreven, deze plannen variëren van een beperking voor het vissen op glasaal dan wel een sluiting van de visserij variërend van enkele weken tot drie maanden (Nederland). Duidelijk is dus dat Nederland verreweg het meeste inlevert ten opzichte van de rest van de lidstaten.
Heeft dit gevolgen voor de visserij bedrijven?
Het behoeft geen verdere uitleg dat de sluiting serieuze gevolgen heeft voor de veelal kleinschalige bedrijven welke het de laatste jaren door diverse oorzaken toch al niet makkelijk hadden. De sluiting van drie maanden betekende een omzet verlies van ongeveer 50%. Dit wordt door de rijksoverheid bestempeld als bedrijfsrisico.
Kan je dit bedrijfsrisico noemen?
De veelal kleinschalige bedrijven, die over het algemeen in afgesloten gebieden werken zijn afhankelijk van glasaal. Deze glasaal wordt al sinds jaar en dag in deze gebieden uitgezet door de beroepsvisser. Simpel weg omdat glasaal er zelfstandig niet in kán komen door de door ons aangelegde sluizen en gemalen. Deze glasaal werd in de jaren tot circa 1985 door de O.V.B. (= de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij) opgevist bij migratie barrières en over het achterland tegen betaling uitgezet. Per kilo was dit circa 25 gulden waarna er door de beroepsbinnenvissers alsmede de sportvissers op werd gevist. De genoemde kosten werden voor 90% gedragen door de beroepsvisserij. Die beroepsvissers waren (en zijn) er verantwoordelijk voor dat er aal in deze polders op kon groeien en worden geoogst. Dit levert rendement op uit een segment glasaal dat anders door de ontoegankelijkheid van de polders verloren zou zijn gegaan. Op de vraag kan je dit bedrijfsrisico noemen? Het antwoord is naar mijn idee: “nee”. Omdat deze glasaal anders verloren zou zijn gegaan, deze zonder subsidie is uitgezet, deze een bijdrage levert aan het eco systeem én op een verantwoorde manier wordt bevist.
Wat is verantwoord?
Tja, dat is net als duurzaam niet zo makkelijk te beantwoorden maar met wat cijfers uit de visserij uit deze gebieden wellicht iets te verduidelijken. Het aal seizoen in Nederland is gemiddeld 8 maanden in die 8 maanden werd gemiddeld 40% van de uitgezette aal terug gevangen. De overige 60% welke door de visserij werd uitgezet bleef achter in het systeem. Deze wordt benut door de reiger, de fuut, de aalscholver, de sportvisser, de stroper etc. Dit kan alleen plaats vinden door de uitzet van de visser én dan niet te vergeten het deel schieralen dat hun bijdrage levert (soms over land ) aan het in stand houden van de populatie. Er zijn ongetwijfeld mensen die een andere mening hebben maar ik kan zeggen dat dit redelijk verantwoord is.
Hoe ligt de situatie nu?
Al met al is de situatie er niet beter op geworden voor de visser en dus ook voor de aal. Ondanks het feit dat hij het water huurt en daarin heeft geïnvesteerd mag de visser volgens het aalbeheerplan in de maanden september oktober en november niet vissen of oogsten van een bestand wat hij zelf heeft gezaaid. Dit zorgt voor een inkomsten derving van gemiddeld 50%. Een inkomsten derving van die grootte zorgt er in de praktijk voor (is bekend bij ondernemers) dat je als ondernemer minder te besteden hebt voor investeringen. Er wordt dus minder uitgezet en uiteindelijk zullen veel wateren niet of nauwelijks aal meer herbergen. In het kort: geen visserij? Dan ook geen aal.
Hoe is dit zover gekomen?
Daarvoor gaan we terug naar de jaren rond 1980 waar de ellende begon met mensen die precies wisten hoe het veel beter kon. De eerder genoemde vissers die voedsel leverden voor mens en dier en tegelijkertijd voldoende uit lieten trekken om voor nageslacht te zorgen deden het volledig verkeerd. Dat moest anders. Misschien kon men wel paling kweken! Dus als we nu die glasaal die zich bij die migratie barrières aandienen eens in bakken zouden doen en gaan voeren dan hebben we een beter rendement dan in de binnen wateren(100%).
Dan kan men er ook 12 maanden per jaar over beschikken. 100% winst zou je zeggen. Maar hoe zit het dan met de vogels en de voortplanting? Nou, dat was iets waar we ons niet druk over hoefden te maken met een aanbod van zoveel glasaal. Tegelijkertijd speelde het verhaal van de varkenspest in Nederland waardoor het wenselijk was om het aantal varkens mesterijen te reduceren. Maar wat te doen met deze mesters? Omscholen tot palingmesters was de oplossing. Miljoenen aan subsidie heeft het de burger gekost en miljarden glasalen het leven doordat ze net als de varkens ziek werden en dood gingen. Het uiteindelijke resultaat is 300 ton glasaal per jaar hetgeen uit het wild wordt onttrokken. Zij vonden de dood voor consumptie dan wel ziekte zonder dat er nog een tot voortplanten kwam. Met als gevolg dat de prijzen van glasaal stegen tot hoogte van € 1000,- per kilo of meer. Iets waardoor de visser met een rendement van voor de sluiting van 40% nauwelijks meer kon investeren zodat er dus steeds minder werd uitgezet. Daarmee kwam het deel voor voortplanting in de knel. Een lang verhaal kort: waar de vissers zorgden voor voedsel en balans gedurende honderden jaren wist de overheid met haar adviseurs en zogenaamde specialisten de Europese aalstand in een slordige 30 jaar op de cites 2 lijst te krijgen. De overheid en andere partijen verschonen zichzelf en wijzen heel makkelijk naar de visser door te stellen dat er is overbevist.
Kan het nog gekker?
Ja zeker! Een korte opsomming van feiten:
Om in ons voortbestaan te blijven voldoen zetten wij nog steeds glasaal uit in ons visserijbedrijf. Weliswaar minder als voorheen, maar nog steeds zonder subsidie. Ons rendement is zoals al eerder genoemd 20% op een seizoen van 5 maanden. Op dit moment zijn vele partijen bezig om de aalstand omhoog te krijgen en zitten wij met de volgende situatie:
Wij huren het water van onze verhuurder. Daarvoor betalen wij pacht per hectare om op aal te mogen vissen. Deze soort is van nature niet aanwezig en wordt door ons uitgezet in afgesloten polders, het ultieme opgroeigebied voor de aal.
Nu is onze verhuurder druk bezig met het oplossen van knelpunten voor vis, met name de geslachtsrijpe schieralen. Dat doen zij als volgt:
In de periode september oktober november laten zij geforceerd onze investering ontsnappen en zeggen dan vervolgens dat zij druk bezig zijn om de aalstand omhoog te brengen. Tot op heden is het echter alleen de visser die iets doet aan de aalstand. Alle andere partijen zijn vooral erg druk met praten, gemeenschapsgeld uitgeven én de investering van iemand anders te laten ontsnappen. Het zou een streven zijn om ervoor te zorgen dat de glasaal in de Nederlandse wateren op kan groeien want -laten we eerlijk zijn- als de visserman de laatste decennia niks had uitgezet konden zij op dit moment ook geen schieraal (welke voor nageslacht moet zorgen) laten ontsnappen en was er allang geen aal meer geweest!
Het zou zo verschrikkelijk mooi zijn als de verantwoordelijke(n) in de jaren 80, de aalbiologen, de verantwoordelijke ambtenaren bij de rijksoverheid, de waterschappen -met hun visonvriendelijke gemalen-, energieproducenten -met hun waterkrachtcentrales- de palingmesterijen, de sportvisserij -die ook jarenlang volop aal heeft onttrokken en nooit iets heeft teruggezet- nu hun eigen portemonnee eens zouden trekken in plaats van gemeenschapsgeld uit te geven om daarmee te zorgen dat het door hun gecreëerde probleem wordt opgelost. Dit kan door het uitzetten van glasaal.